Soms reageer ik op een artikel. Bijvoorbeeld in Zorgvisie of Skipr. Meestal omdat ik getroffen ben door iets. De ene keer omdat ik het gewoon mooi vind wat ik lees. Een andere keer omdat ik het tot in het diepst van mijn ziel voel kraken. Ik kan het dan gewoon niet laten. Zoals in dit geval.
Het betreffende artikel ging over het gebruik maken van verhalen van cliënten voor het bewaken van de kwaliteit in de verpleeghuiszorg. Ik was dat hele artikeltje alweer vergeten net als mijn reactie erop. Ik werd benaderd door een promovendus die over dit onderwerp onderzoek doet en het er graag met me over wilde hebben. Ik doe dat graag. In gesprek gaan met jonge mensen, beginnende beroepsbeoefenaren, en dan vooral over ‘verzorgkunde’ of de kunst van het verzorgen in de verpleeg(t)huiszorg.
De promovendus stuurde mij het artikel en mijn reactie toe. Als voorbereiding op ons gesprek, want ik had geen idee meer en ik bewaar lang niet alles. Ik was wel benieuwd naar wat hier nou eigenlijk mijn ziel had doen kraken. Dat bleef in m’n reactie nogal vaag. Wat ik wel beschreef is dat ik weet wat de goede dingen zijn om te doen en waarom het zo moeilijk is om die dingen goed te doen. Dat is niet niks. Ik moet wel heel diep zijn geraakt.
Waar ging het eigenlijk over? Bij herlezing begrijp ik in eerste instantie dat het artikel gaat over het gebruik van verhalen van cliënten bij kwaliteitsbewaking. Hoe zorgmedewerkers daarvan kunnen leren en verbeteren. Want ‘de verhalen geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg’. Daar ben ik het helemaal mee eens. Dit is het 'wat' van het artikel. En het 'hoe'?
In het vervolg lees ik dat de verhalen verzameld en geanalyseerd worden, gevolgd door reflectie om er samen van te leren. Dat samen blijkt te slaan op de zorgmedewerkers, de bewoners en hun naasten. En daar sla ik op tilt. Waarom moeten naasten en cliënten meeleren? Voor mij is leren kortweg ’stappen zetten’. Dus, welke stappen moeten bewoners en naasten dan zetten in relatie tot de kwaliteit van de zorg? Dit blijft onduidelijk. En hier zit mijn afweer of misschien wel afkeer.
Want is dit niet bij uitstek de manier om niet al te grote stappen te hoeven zetten? Maak degene die afhankelijk is van jouw kwaliteit medeplichtig aan die kwaliteit. Dat leidt gegarandeerd tot veel begrip voor een matige kwaliteit. En de bedoeling is zo goed…
Lineke Verkooijen
De promovendus stuurde mij het artikel en mijn reactie toe. Als voorbereiding op ons gesprek, want ik had geen idee meer en ik bewaar lang niet alles. Ik was wel benieuwd naar wat hier nou eigenlijk mijn ziel had doen kraken. Dat bleef in m’n reactie nogal vaag. Wat ik wel beschreef is dat ik weet wat de goede dingen zijn om te doen en waarom het zo moeilijk is om die dingen goed te doen. Dat is niet niks. Ik moet wel heel diep zijn geraakt.
Waar ging het eigenlijk over? Bij herlezing begrijp ik in eerste instantie dat het artikel gaat over het gebruik van verhalen van cliënten bij kwaliteitsbewaking. Hoe zorgmedewerkers daarvan kunnen leren en verbeteren. Want ‘de verhalen geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg’. Daar ben ik het helemaal mee eens. Dit is het 'wat' van het artikel. En het 'hoe'?
In het vervolg lees ik dat de verhalen verzameld en geanalyseerd worden, gevolgd door reflectie om er samen van te leren. Dat samen blijkt te slaan op de zorgmedewerkers, de bewoners en hun naasten. En daar sla ik op tilt. Waarom moeten naasten en cliënten meeleren? Voor mij is leren kortweg ’stappen zetten’. Dus, welke stappen moeten bewoners en naasten dan zetten in relatie tot de kwaliteit van de zorg? Dit blijft onduidelijk. En hier zit mijn afweer of misschien wel afkeer.
Want is dit niet bij uitstek de manier om niet al te grote stappen te hoeven zetten? Maak degene die afhankelijk is van jouw kwaliteit medeplichtig aan die kwaliteit. Dat leidt gegarandeerd tot veel begrip voor een matige kwaliteit. En de bedoeling is zo goed…
Lineke Verkooijen