Ik heb een rare afwijking. Ik kom er maar eerlijk voor uit. Ik typ vaak verplaagkunde als ik verpleegkunde bedoel. Dat heeft iets te maken met dat ik met 10 vingers typ, denk ik. Ik pak de verkeerde vinger. Of het is iets freudiaans. Misschien denk ik bij ‘pleeg’ wel onbewust aan ‘plaag’. Dat deed me mijzelf afvragen waar het woord verplegen eigenlijk vandaan komt.
Een beetje raar antwoord vond ik op Wikipedia. ‘Binnen de eerste vormen van verplegen speelde de medicijnman een sleutelrol. De belangrijkste handelingen waren wrijvingen/massage, wassingen, wondverzorging en het toepassen van kruidenpreparaten.’ Ook in de rest van het verhaal wordt verplegen sterk verbonden met de medische wetenschap als een soort afgeleide ervan. ‘Genezen’ of een bijdrage leveren aan ‘genezen’ lijkt centraal te staan. Ook begrijp ik dat een verpleegster iemand is die het vak uit roeping doet, dat dit niet geldt voor een verpleger en dat een verpleegkundige het als een professie ziet. Deze Wikipedia-pagina lijkt geschreven door iemand die niet uit de verpleging komt. Of ik ken mijn vak niet meer. Ook zou ik een betoog kunnen beginnen met een hoog man-versus-vrouw gehalte, maar voor nu laat ik dat even.
Op naar de etymologiebank dus.
‘Verpleghen’ bestond blijkbaar al in 1285 en betekende ‘instaan voor iets’. Verplegen zou afgeleid zijn van het werkwoord ‘plegen’ wat ‘verzorgen’ betekent of ‘van het nodige voorzien’. Een pleegouder is bijvoorbeeld iemand die een niet eigen kind verzorgt.
Verplegen als woord lijkt van oorsprong uit het Duits in het Nederlands te zijn gekomen, of uit het Nederduits. In het Duits worden zieken ‘gepflegt’ en gezonden ‘verpflegt’ genoemd. In het Nederlands kan men slechts zieken ‘plegen’, alleen gezonden worden ‘verzorgd’. Tegenwoordig kunnen zieken ook verzorgd worden, maar veelal wordt de term verplegen inderdaad niet gebruikt als het om gezonde mensen gaat. Maar dit lijkt te schuiven. Wat overeind blijft is dat beide woorden ‘verzorgen’ betekenen en niet ‘genezen’.
Nog een leuk details. Een zin uit 1201 luidt: ‘Riklike her sire plac; her gaf eme to etene genueg.’ In huidig Nederlands is dat: 'Hij verzorgde hem royaal; hij gaf hem zoveel te eten als hij wilde (of, genoeg te eten).' Grappig in deze zin is de verleden tijd van plegen; ‘plac’. Misschien is mijn ‘verplaagkunde’ inderdaad Freudiaans. Misschien omdat ik onbewust denk dat het tijd is voor een herijking van ons vak waarbij sommige huidige (Wikipedia)overtuigingen verleden tijd worden.
Lineke Verkooijen
Op naar de etymologiebank dus.
‘Verpleghen’ bestond blijkbaar al in 1285 en betekende ‘instaan voor iets’. Verplegen zou afgeleid zijn van het werkwoord ‘plegen’ wat ‘verzorgen’ betekent of ‘van het nodige voorzien’. Een pleegouder is bijvoorbeeld iemand die een niet eigen kind verzorgt.
Verplegen als woord lijkt van oorsprong uit het Duits in het Nederlands te zijn gekomen, of uit het Nederduits. In het Duits worden zieken ‘gepflegt’ en gezonden ‘verpflegt’ genoemd. In het Nederlands kan men slechts zieken ‘plegen’, alleen gezonden worden ‘verzorgd’. Tegenwoordig kunnen zieken ook verzorgd worden, maar veelal wordt de term verplegen inderdaad niet gebruikt als het om gezonde mensen gaat. Maar dit lijkt te schuiven. Wat overeind blijft is dat beide woorden ‘verzorgen’ betekenen en niet ‘genezen’.
Nog een leuk details. Een zin uit 1201 luidt: ‘Riklike her sire plac; her gaf eme to etene genueg.’ In huidig Nederlands is dat: 'Hij verzorgde hem royaal; hij gaf hem zoveel te eten als hij wilde (of, genoeg te eten).' Grappig in deze zin is de verleden tijd van plegen; ‘plac’. Misschien is mijn ‘verplaagkunde’ inderdaad Freudiaans. Misschien omdat ik onbewust denk dat het tijd is voor een herijking van ons vak waarbij sommige huidige (Wikipedia)overtuigingen verleden tijd worden.
Lineke Verkooijen